Pedagogische doelen en competenties van kinderen
Wij vinden het binnen ons kinderdagverblijf van groot belang dat er doelen gesteld worden voor uw kind. Dit doen we aan de hand van vijf verschillende competenties: emotionele competenties, sociale competenties, motorisch-zintuigelijke comptenties, cognitieve competenties, morele comptenties en taal en communicatieve competenties. We zullen alle vijf de competenties kort voor u toelichten.
Als eerste zijn er de emotionele comptenties, een kind hoort een positieve levenshouding te hebben, hij hoort het poritieve juist te ervaren en het negatieve niet. Binnen ons kinderdagverblijf proberen hieraan te voldoen. Een kind krijgt daarom steun van de begeleiders en kan om steun vragen binnen ons kinderdagverblijf.
Als tweede zijn er de sociale comptenties. Hieronder valt het samenwerken met kinderen, dit doen we door middel van samenwerkingsopdrachten en doordat ze aan andere kinderen als eerste om hulp moeten vragen. Een kind kan alléén spelen of leren, maar leert ook van anderen, dit is ook heel belangrijk voor de sociale competenties.
Als derde zijn er de motorisch-zintuigelijke competenties. Dit proberen we te bevorderen door middel van spelletjes en werkjes binnen ons kinderdagverblijf. Ook door middel van onbewuste dingen, zoals het eten, schommelen en het bewegen op muziek bevorder je de motoriek en de zintuigen.
De vierde zijn de cognitieve comptenties, kinderen moeten dingen leren begrijpen, emoties kunnen benoemen en de bedoelingen snappen bij verzorgen en samenspelen. Hierdoor ontwikkelt een kind zijn eigen identiteit. Dit alles proberen wij te voltooien door middel van de autonomie van het kind, het kind gaat zelf dingen ontdekken en zal veel dingen zelf leren.
De taal en communicatieve competentes zijn ook belangrijk bij het vormen van een eigen identiteit, een kind kan niet leven zonder een vorm van communicatie. Kinderen moeten leren praten en moeten ook andere vormen leren van communicatie. Door middel van kringgesprekken binnen ons kinderdagverblijf zal er gewerkt worden aan de taal en communicatieve competenties.
Als laatste zijn er de morele competenties, vooral het wederzijds respect is hier belangrijk. Kinderen moeten leren wat goed is en wat niet goed is, hiervoor zijn regels en moeten kinderen zich aan gehoorzamen. Hierdoor leren ze respect te hebben voor hun ouders, begeleiders en andere kinderen.